390 kilometer “Internetz der Zukunft”

23 oktober 2023

“Glasvezel; het internet van de toekomst!” Waar glasvezel in Nederland inmiddels gemeengoed is, prijkte de Duitse vertaling van deze zin recent nog fier in de Duitse media. Binnenkort starten we met de aanleg van 390 kilometer glasvezel voor het Duitse Giganetz waarmee – zo staat in hetzelfde persbericht – ‘burgers in Soest straks met giga-snelheden op het internet kunnen surfen!’ We praten over het project met Jon Pijnacker; directeur van Allinq GmbH.

Van links naar rechts: Andreas Smarsly; CPO Deutsche GigaNetz, Alexander Scheel; projectinkoop Deutsche GigaNetz, Jon Pijnacker; directeur Allinq GmbH, Wim Beukers; directeur Allinq Group
Van links naar rechts: Andreas Smarsly; CPO Deutsche GigaNetz, Alexander Scheel; projectinkoop Deutsche GigaNetz, Jon Pijnacker; directeur Allinq GmbH, Wim Beukers; directeur Allinq Group

Stevige trackrecord

Nu bijna heel Nederland verglaasd is, is de noviteit er hier wel een beetje vanaf. Maar in Duitsland is de overstap van koper naar glas hot and happening. Met een deel van alle Nederlandse kilometers glasvezel als ervaring in z’n achterzak, vertrok Jon 11,5  jaar geleden naar Duitsland om al pionierend een Duitse Allinq-tak op te zetten. En niet onverdienstelijk. Met ongeveer 180 medewerkers en zo’n 3.000.000 meter tracé op de teller, heeft het bedrijf inmiddels een stevige trackrecord. En dat is nog maar het begin. In september haalde de trotse Allinq-dochter haar grootste opdracht tot dusver binnen: 12.000 adressen met 27.000 huishoudens op een totaaltracé van 390 kilometer glasvezel; een opdracht van zo’n 35 miljoen euro. Jon: “In 2026 willen we het klaar hebben, dus dat is weer een mooi stukje continuïteit voor ons bedrijf.”

 

Belang van glas voor Duitse gemeenten

Jon vertelt over de noodzaak van glasvezel voor onze oosterburen: “Er zijn hier gebieden met heel slechte verbindingen die echt dringend op glasvezel over moeten. Een burgemeester  vertelde laatst dat een dorp betaalbare woningen, een brandweer, een sportvereniging, een bakker, een slager én glasvezel nodig heeft om levensvatbaar te blijven. Zonder verbinding vertrekt iedereen naar de grote stad. Glasvezel is economisch dus echt van levensbelang. Ze doen er daarom alles aan om de komst van glasvezel te versnellen.” De vlag wordt dus bijna uitgehangen als Allinq en haar onderaannemers de straten in rijden. Jon: “Burgemeester Eckhard Ruthemeyer van het Duitse Soest vertelde me laatst dat hij gelukkig wordt als hij een kraan in de straat ziet, want een kraan betekent verandering. En die verandering is belangrijk voor de gemeenschap.”

De eerste schep in de grond; een écht feestje in Duitsland
De eerste schep in de grond; een écht feestje in Duitsland

Waarom Allinq?

Waarom mogen wij als relatieve nieuwkomer in Duitsland al zulke grote klussen doen? Duitsers staan over het algemeen niet bekend om hun lichtvoetige keuzes. Jon: “Ze hebben inderdaad serieus onderzoek gedaan. Allereest hebben ze natuurlijk onze referenties van de afgelopen zes jaar nagetrokken. Daarnaast is het management van Giganetz bij Allinq Labs in Harderwijk geweest. En ze hebben onze werkzaamheden in onze vestigingen in Berlijn en Rheine persoonlijk bekeken. We zijn heel trots op wat we doen en hoe we dat doen, dus die deur zetten we graag open! Ze waren vooral heel enthousiast over de manier waarop we ook ons klantcontact in eigen hand houden. Geen stroperigheid zoals ze gewend zijn, maar gewoon een makkelijke ingang via ons servicecenter in Rheine. Zo houden we de controle en dat waarderen ze.”

Uitvoering

Dat we veel in eigen huis hebben wordt in Duitsland gezien als één van de charmes van Allinq. Jon: “In Duitsland hebben we twee bedrijven: Allinq Networks GmbH met ongeveer 90 vakmensen. Daar doen we het design, de vergunningen, het bouwen van het glasvezelnetwerk, het inmeten, de verwerking en het opleveren met de gemeenten en onze opdrachtgevers mee. Voor het uitvoerende werk, dus het inblazen, kunnen we kiezen voor onze vaste groep met onderaannemers óf voor onze eigen Tiefbau-GmbH ‘Allinq Infra’ waar ook 90 vaste mensen werkzaam zijn. Dat we ook een uitvoerende tak binnen onze bedrijvengroep hebben, geeft ons veel voordelen. Natuurlijk dat we altijd de zekerheid en snelheid van onze eigen capaciteit hebben, maar ook dat we zélf kunnen pionieren met innovaties. Daarnaast hebben we zo een goede benchmark waarmee we feeling met de uitvoering houden én laten we zien dat we zélf verstand van zaken hebben. In Duitsland moet je écht laten zien dat je het kan. En dat kunnen we; zowel design als construct!”

Opschalen

Eind 2026 staat de laatste civiele fase van het project gepland. Jon: “Soest bestaat uit 5 clusters. Het liefst werken we in meer gebieden parallel aan elkaar zodat we meters kunnen maken, maar de klant wil dat we in één cluster beginnen. We starten daarom met 4 of 6 civiele ploegen in één gebied. Als onze performance voldoet, mogen we opschalen naar meerdere gebieden tegelijk. Spannend, maar dat komt zeker goed!”

De inwoners van Soest kunnen niet wachten op hun snelle internet
De inwoners van Soest kunnen niet wachten op hun snelle internet

Duitsland versus Nederland

Aan Jon, die de klappen van de Duitse én Nederlandse zweep kent, vragen we wat wij Nederlanders van de Duitsers kunnen leren. Zonder twijfel antwoordt hij: “Kwaliteit. Onze oosterburen nemen énorm serieus wat er onder de grond gebeurt. Ze willen de exacte verdichting van de geul weten, zijn heel kritisch op dieptes en eisen garanties vóórdat iemand wat gaat doen. Dat is écht sterk.” En andersom? “Creativiteit en de incubatietijd van innovaties. Het moet natuurlijk nooit ten koste gaan van richtlijnen, maar wij Nederlanders willen wel eens afwijken van de standaard als het de ontwikkeling vooruitbrengt. Het digitaal inmeten en de verwerking daarvan bijvoorbeeld. Dat brengt zó veel meer snelheid en minder foutkansen met zich mee, maar hier in Duitsland duurt het wel even voordat de opdrachtgevers ‘ja’ zeggen op zo’n innovatie. Dat is wel eens jammer, want als je op doordachte wijze nét even buiten de paden stapt, maak je soms wat meer vaart. En die kunnen we gebruiken in Duitsland!”

Aan de geul

Waar we in Nederlands rekening houden met gemiddeld zo’n 10 meter homes passed, is dat in Duitsland gemiddeld 20 a 25 meter. Door de grotere percelen en ruimere opzet van wijken heeft alles wat we in Duitsland doen ongeveer 2,5 keer zo veel tracé als we in Nederland gewend zijn. En over de diepte vertelt Jon: “In Duitsland zijn er tracés met een diepte van 100 tot 80 cm maar ook mogelijkheden om op 40 of soms 30 cm centimeter diep aan te leggen op gemeentelijke gronden. Voor Soest is ervoor gekozen om netjes op de gangbare 60 of 80 centimeter te gaan zitten. Zo zorgen we ervoor dat dit netwerk niet een rare afwijking op de rest wordt en bij een latere aanleg van andere kabels- en of leidingen voor problemen gaat zorgen.”

De mensen van Allinq

Met de Duitse telecom-top als klantenbase, een mooi stuk continuïteit tot 2026 en 180 Duitse medewerkers met het Allinq-DNA, loopt de pionierende taak van Jon op zijn eind. Van zijn team horen we vooral lovende woorden over de manier waarop hij de Duitse ‘Allinq familie’ bouwde en bij elkaar houdt. Jon: “Alles staat of valt met goede mensen. Onze mensen. En onze onderaannemers. Wij zijn zo goed als zij zijn. Ik vond het heel gaaf om hen allemaal bij elkaar te brengen en samen gave dingen te starten. Het is nu tijd om het stokje over te dragen aan een nieuwe directeur. Binnenkort wordt hij, wederom een Nederlander met een telecom-achtergrond, voorgesteld en ga ik als International Commerce & Business Development Director door naar het volgende Allinq-avontuur. Ik ben het team van Allinq GmbH enorm dankbaar voor de afgelopen 11,5 jaar. Dankzij hen hebben we er samen een feestje van gemaakt! Toppers; bedankt, maak er weer wat moois van in Soest!”