Infra van het Rijksvastgoedbedrijf in kaart
23 november 2020
De infra. Een traditionele branche waar met beide benen op de grond hard wordt gewerkt. Tegelijkertijd is het een branche waar collectief wordt geïnnoveerd. Een mankement in het infranetwerk kan op Vliegbasis Volkel leiden tot een basis vol stilstaande F16’s. Een situatie die Het Rijk graag wil voorkomen. In opdracht van Het Rijksvastgoedbedrijf; de organisatie die verantwoordelijk is voor de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland, werkt SIT daarom aan een beter inzicht in de ondergrondse infrastructuur van Het Rijk.
102 locaties in kaart brengen
We spreken met Ton Verbiesen; senior adviseur voor het Rijksvastgoedbedrijf, Marco Thissen; senior engineer bij SIT en Stefan Bouw; projectleider bij dezelfde Allinq-tak. Ton: “Sinds de fusie tussen vier overheidsbedrijven, beheert Het Rijksvastgoedbedrijf alle gronden, terreinen en gebouwen van Het Rijk. Daarbinnen zijn wij verantwoordelijk voor de bewaking van de infra. Door de fusie en de verandering van papier naar digitaal, miste een volledig en vooral gestandaardiseerd overzicht van onze totale infrastructuur. In 2019 hebben we SIT daarom de opdracht gegeven om de infra van 102 locaties gestandaardiseerd te digitaliseren.”
Documentatie van 30 jaar graven
Stefan: “SIT werkt al zo’n dertig jaar voor Defensie. Al die tijd hebben we al ons nieuwbouw- en revisiewerk, maar ook de ontvangen objecttekeningen goed gedocumenteerd, gearchiveerd en ver voor het digitale tijdperk al grotendeels gedigitaliseerd.” Marco blikt lachend terug op 20 jaar in het vak: “Voordat we met CAD werkten, maakten we nog tekeningen met kalk en Rothring pennensetjes. Een grote zak met die oude defensietekeningen hebben we jaren geleden al veilig in onze kluis gezet.” Een gouden zet, want de documentatieverzamelwoede van toen, blijkt nu de basis van een goede documentatie voor het Rijksvastgoedbedrijf.
Ophalen, onderzoeken en verwerken
Via Ton kreeg SIT de prachtige opdracht om haar eigen documentatie samen te voegen met alles wat binnen het Rijksvastgoedbedrijf, de gefuseerde instanties en andere bronnen te vinden is. Marco: “Het is mijn rol om dat op te halen, archiveren en administreren. De ene keer is het digitaal, de andere keer zijn het letterlijk papieren tekeningen met revisies; we nemen alles mee wat we kunnen vinden. In een bureaustudie onderzoeken we welke informatie erop staat, wat relevant is, wat het meest actueel is en zoeken we verder naar wat nog mist. Samen met Defensie hebben we een nieuwe standaard bedacht die ons tekenteam gebruikt om alles in één format aan te leveren. Elke afgeronde tekening wordt getoetst door het Rijksvastgoedbedrijf, de Defensie Materieel Organisatie en Vastgoedinformatie en gedeeld in de streng gecontroleerde virtuele samenwerkingsruimte.”
Binnen vier jaar klaar
Stefan is verantwoordelijk voor de planning en het budget van het project: “We zijn vorig jaar april meteen begonnen met de allergrootste locaties en hebben er nu zo’n 25% op zitten. Ondanks dat we onderweg extra objecten tegenkomen en meepakken, lopen we keurig op schema om alle locaties in april 2023 op te leveren.” Ton: “Als 80% van alle objecten lukt, hebben we al een enorme winst. Voor de overige locaties waar discrepanties zijn, moeten we echt in de grond op onderzoek uit en dat viel helaas buiten deze opdracht. Daarvoor komt later een separate aanbesteding.”
Nu al een succes
Voor Stefan en zijn collega’s is dit een bijzonder project: “Defensielocaties zijn natuurlijk al heel gaaf, maar ook de veiligheid maakt het bijzonder. De documenten zijn gerubriceerd met ‘confidentieel’, we hebben kluizen voor opslag, een speciale ruimte met vier extra veilige tekenstations en we zijn ook zelf gescreend door de MIVD. Dat maak je niet dagelijks mee.” Ook Ton is tevreden over de samenwerking tot nu toe: “Onze relatie is al jaren heel goed. SIT is een bedrijf dat meedenkt. Niet om rijker te worden, maar echt omdat ze geloven in de relatie op lange termijn. En dat is bijzonder. Ik ben dan ook blij dat ik ze het project vorig jaar mocht gunnen. De gestandaardiseerde documentatie is heel waardevol. We gaan het aanbieden aan het Kadaster om graafschades te verminderen en kunnen het zelf gebruiken om beter, sneller en makkelijker inschrijvingen te doen en plannen te maken. We gaan van vele verschillende bronnen en aanpakken naar één heldere, goedgekeurde tekening. Dat is een enorme winst.”