Greenfield versus Brownfield

Waar eerst overal nieuwe glasvezelkabels werden aangelegd, maakt Allinq nu gebruik van de kabels die al in de grond liggen. Harry: “Bij Greenfield wordt alles nieuw aangelegd, bij Brownfield bouw je voort op de bestaande assets. Het hergebruiken van de infrastructuur, zoals de buizen en glasvezels, is duurzamer en goedkoper. Uit testen bleek dat je het bestaande, zogenoemde backhaul-netwerk kunt gebruiken voor de aanleg van een nieuw optical aggregation point (OAP), de straatkast van waaruit de verschillende huishoudens worden bediend.”

Pilots

Omdat de Brownfield-aanpak nieuw is, startte Allinq met drie pilotprojecten in Oost-Nederland, in de dorpen Hoog Soeren, Hoenderloo en Klarenbeek. De eerste uitdaging was om de routes te testen. Als voorbeeld noemt Harry Hoog Soeren: “Als we vanuit de bestaande glasvezelkabel van Apeldoorn-West naar Hoog Soeren ook de OAP in Hoog Soeren konden voorzien, dan konden we alle 136 huishoudens daar van FttH voorzien. Uit de test bleek dat de vezels in de route van Apeldoorn-West naar Hoog Soeren voldeden aan de dempingsnorm en alle seinen op groen stonden voor de uitrol.” Die uitrol bestaat uit vier fasen: plaatsing van de straatkast, aanleg van de feeder tot aan de straatkast, de apparatuur in de straatkast voorzien van de juiste splitters en aanleg van de glasvezelkabels tot aan de woning.

Tevreden kijkt Harry terug op het begin. “In november 2021 zijn we met het project Brownfield gestart. Een jaar later is de testfase voor een groot deel achter de rug en kunnen we meters maken met de aanleg van OAP’s. Ondertussen zijn al meer dan honderd routes getest en klaar voor de uitrol.”